We stonden op met de zon (05.10 uur), aten ons ontbijt en pakten de noodzakelijke dingen voor het dagprogramma. We begonnen deze dag een uur vroeger als de dag daarvoor om de korte dag (zonsondergang om ca. 18.00 uur) goed te gebruiken.
Voordat de boten wegvoeren deden we enkele watertesten aan de oever van het kamp, om de fluctuaties in de waarde tussen eb en vloed te kunnen vergelijken. De waterstand varieerde gedurende de dag met ca. 100 cm, op sommige plaatsen zelfs tot 250 cm. In de avonduren herhaalden we de test. Zo worden de invloed van vers zeewater, aan de hand van de geleiding, duidelijk.
De bestemming van die dag was de smalle rivier “Nanarina“ met snel stromend water en veel vissoorten. Links en rechts bogen bomen zich als een poort over het water. Hoe verder we kwamen hoe nauwer en vlakker de waterweg werd. Na ongeveer 30 minuten werd de doorgang versperd door een omgevallen boom. Zo konden we alleen snorkelend de omgeving verkennen. Vele takken onder water maakten het ons moeilijk om vooruit te komen. We vochten ons een weg door het struikgewas en zagen een fraaie rivierloop. Waanzin zoveel gewicht als die dunne takken hadden. Helaas konden we niet veel vissen zien of vangen vanwege de sterke watervertroebeling, hoewel ze volgens de visser wel aanwezig zouden moeten zijn.
Een paar garnalen, wat tetra's en leven barenden vonden hun weg in het vangnet, maar de vele diverse soorten, die hier zouden moeten zijn, waren niet te zien.
In de middagzon keerden wij terug naar het kamp, aten gezamenlijk en begonnen aan het tweede del van de dag, de Anaconda zandbank nabij een farm. Op de farm presenteerde het hoofd van de familie ons trots een jonge kaaiman en een baby-anaconda, die hij enkele dagen daarvoor had gevangen. De dieren worden bij rondvarende handelaren geruild tegen rijst en andere levensmiddelen en verzekeren het overleven van de familie.
Slechts een paar honderd meter van de farm, achter enkele, door de eb drooggelegde waterhyacinten, vonden we een waterpoel. Om hier te komen baanden wij ons een weg door diepe modder waarin we tot op onze heupen verdwenen. Het ijzerhoudende water verkleurde kleding en nagels maar dat interesseerde ons niet.
In de nauwe zijrivier vingen we jonge mesvissen, een soort killivis en veel kleine tetra's, een ancistrus, nannostomus spec. en veel andere soorten, die we naderhand nog zullen moeten benoemen.
Op de terugweg hielden we halt bij een zandbank en vonden, direct naast het witte water, een heldere zwartwaterbeek. Helaas was deze door veel los hout volledig geblokkeerd en lastig te betreden. Daar de zon al onder ging moesten we helaas de zoektocht afbreken en naar het kamp terugkeren. Deze kleine biotopen, waarvan er veel zijn op slechts enkele meters van de hoofdrivier, zijn indrukwekkend. De biotopen onderscheiden zich sterk van elkaar en ook van de hoofdrivier.
Na de avondmaaltijd gaf groepsleider Andreas Tanke een lezing over het vinden en vangen van vissen in Zuid-Amerika.