Waar komen mijn algen vandaan?
Algenproblemen in het aquarium zijn nooit op één factor of randvoorwaarde terug te voeren, maar is altijd een mix van verschillende factoren waartoe behoren: licht, meststof, waterwissel (concreet hoe vaak en hoeveel), voer, dierbezetting en natuurlijk de concrete waterwaarden.
Rode algen, in ieder geval de klassieke penseel- en baardalgen, komen conform analyses, die over de jaren gedaan zijn, bij de volgende parameters in dalende te volgorde voor:
1. te weinig kooldioxide (100% van de gemeten bassins).
De pH-waarde dient, afhankelijk van de carbonaathardheid,
in ieder geval in het licht zure bereik te liggen.
2. verhoogde fosfaatwaarde (meer 90% van de gemeten bassins).
Hier helpt vaak de fosfaatbeperking door middel van
JBL PhosEx Ultra.
3. te weinig en te onregelmatig bemesten (ijzer dient
ten minste als spoorelement aantoonbaar te zijn)
4. te weinig water gewisseld. Bij algenproblemen is een
wekelijkse waterwisseling van meer dan 30% aan te bevelen.
5. te weinig snel groeiende planten.
Is de kooldioxide in drukgasinstallaties gevaarlijk?
500 g kooldioxide is 11,36 mol (1 mol kooldioxide weegt 44,01 g).
1 mol van een ideaal gas neemt onder normale omstandigheden (normale luchtdruk en temperatuur) 22,4 l volume op. Voor 500 g kooldioxide volgt de volgende berekening:
11,36 x 22,4 l = 254,48 l.
Een 20 qm (4m x 5m) grote ruimte bij 2,5 plafondhoogte bevat
50 m³ Lucht, dat is 50.000 l.
Kooldioxide is echter zwaarder dan lucht en verzameld zich in rusttoestand onderin. Het gas zou zich bij 500 g kooldioxide 1,27 cm boven de bodem bevinden.
Bij 2 kg dan uiteraard 4x zo hoog.
Een mix van CO₂ met de lucht in de ruimte correspondeert met 254,48 l kooldioxide bij een ruimtevolume van 50.000 l van een
20 qm grote ruimte en een concentratie van 0,5% kooldioxide waarmee het in een normaal bereik valt voor arbeidsplaatsen voor een 8 urige werkdag.
Daarnaast bestaat geen overvloedig gevaar die van kooldioxidedrukgasapparaten voor aquaria uitgaat.
Echter er zijn in de omgang met drukgasapparaten enige punten om aan te denken:
1. Let erop dat de drukgasflessen met regelmaat (elke 10 jaar) een TÜV-keuring ondergaan moeten;
2. Verroeste flessen, in het bijzonder als het de onderkant betreft, kunnen ondanks een geldig TÜV-document, beter niet meer gebruikt worden;
3. Sla drukgasflessen niet op in de zon want dan stijgt de binnendruk. Normalerwijze gebeurt er ook bij een druk van meer dan 200 bar niets maar het zou kunnen dat de schijf barst
waardoor de fles zich dan ineens leegt. Raakt u in dit geval de fles niet met onbeschermde handen aan want deze wordt door het uitvallen van de druk zeer koud!
Kan/mag ik ook drukgasflessen van andere fabrikanten gebruiken?
In principe is de aansluiting van CO₂ flessen voor meermalig gebruik genormeerd zodat het aansluiten van andere flessen, een enkele uitzondering daargelaten, mogelijk is.
Let u echter uit voorzorg op de volgende beperkingen:
Veel grotere flessen zijn voor langdurig gebruik met drukverminderaars niet geschikt en als u deze aansluit op een ander systeem dan gebruikelijk vervalt uw garantie-aanspraak!
Hoe kan ik zien hoeveel er nog in mijn CO2 gasfles zit?
De flesdruk van 50 – 60 bar, afhankelijk van de kamertemperatuur, blijft constant, zo ongeveer totdat de fles volledig leeg is. De eenvoudigste methode is uw CO2-fles in volledig lege toestand (incl. beugel) te wegen en na de vulling het exacte tarra gewicht van uw CO2-fles incl. afzonderlijke onderdelen, te kennen.
Wanneer u het vergeten bent, kunt u het tarra gewicht aflezen van de CO2-fles ( (blinddruk op de flessenhals) en voor de veiligheidsbeugel 0,5 kg rekenen. Een volle m500 CO2-fles met veiligheidsbeugel weegt dus tarra + 1 kg (0,5 kg beugel + 0,5 kg vulling), een m2000 tarra + 2,5 kg (0,5 kg beugel + 2 kg vulling).
Na installatie van het JBL ProFlora drukgassysteem komt er geen CO₂ in de reactor. De aanwijzing van de fles- en werkdruk zijn echter in het correcte bereik.
Controleer op het terugslagventiel (JBL SafeStop) correct ingebouwd is. Het hoort het laatste deel voor de reactor te zijn met de pijlpunt in de richting van de reactor (JBL Taifun).
Hoelang gaat een 500 gram drukgasfles van een ProFlora CO₂-installatie mee?
Deze vraag laat zich niet 1-2-3 beantwoorden daar daarvoor meer informatie nodig is zoals, bijvoorbeeld, het aangevoerde aantal luchtbellen per minuut, of er een nachtschakelaar aanwezig is en hoelang de CO₂-aanvoer per dag actief is.
Vereenvoudigd kan de duurzaamheid van een fles als volgt berekend worden: een CO₂-luchtbel bevat circa 0,125 mg CO₂, dat bij 20 luchtbellen per minuut gedurende 24 uur, 3,6 g kooldioxide per dag onttrekt ofwel een bereik van circa 139 dagen biedt voor een 500 g fles.
Bij gebruik van een nachtschakelaar en 12 uur CO₂-aanvoer gaat de fles bij hetzelfde aantal luchtbellen circa 278 dagen mee.
Bij de 2 kg drukgasfles is de berekening van het bereik hetzelfde.
Hoe kan ik kwast- of baardalgen het beste bestrijden?
1. De waterverversing moet verhoogd worden naar 30 – 50% per week.
2. Na het verversen van water is een regelmatige bemesting bevorderlijk, bijvoorbeeld met JBL Ferropol.
3. Indien nodig dagelijks meststof doseren met Ferropol 24.
4. Algenbevorderende voedingsstoffen, vooral fosfaat, limiteren indien in grotere hoeveelheden aanwezig, bijvoorbeeld met JBL PhosEx ultra.
5. Het belangrijkste is kooldioxide. Baard- en penseelalgen zijn altijd een aanwijzing dat er een gebrek aan kooldioxide in het water is. Wanneer een CO₂ installatie aanwezig is dient men hier de CO₂ dosering te verhogen. Anders is de installatie van een CO₂ systeem, zoals de JBL ProFlora u401 of m601, aan te raden.
6. Snel groeiende stengelplanten als voedingsstofconcurrenten inzetten.
7. Indien een stevige stroming aanwezig is, is het aan te raden deze een beetje te reduceren.
Waar moet ik op letten in de omgang met CO₂-drukgasflessen?
Twee punten dienen in aanmerkingen te worden genomen:
1. De fles:
hervulbare flessen ondergaan een TÜV keuring die op de fles gestempeld is. Deze keuring moet eens in de 10 jaar vernieuwd worden waarbij aan de ene kant de flessenbodem en aan de andere kant de ventielafdichting en schroefverbinding getest worden.
2. De kooldioxide:
kooldioxide is, afhankelijk van de concentratie in de lucht, schadelijk. Van de website: http://www-organik.chemie.uni-wuerzburg.de/misc/betr_ein/uw-g15.html :
'Bij een kooldioxideconcentratie van 3-5% stijgen ademhalings- en polsfrequentie. Overige symptomen zijn: hoofdpijn, oorsuizen en misselijkheid. Bij een kooldioxideconcentratie van 8-10% of meer verergeren deze symptomen. Kramp, bewusteloosheid, ademstilstand en dood door verstikking kunnen de gevolgen zijn.
Een 500 g fles bevat 500 g CO₂, omgerekend 11,36 mol (chemische eenheid om een hoeveelheid van een bepaalde stof aan te duiden).
Een mol van een gasvormige stof heeft onder normale omstandigheden (273,15 K, 101325 Pa) een volume van 22,414 l, waaruit volgt dat 500 g CO₂ een volume van 254,7 l oplevert. CO₂ is zwaarder dan lucht en verzamelt zich daarom op de bodem.
Bij een vertrek van 20 m² komt dit overeen met een CO₂ hoogte van 12,735 mm = 1,27 cm. Bij een volledige vermenging met de lucht in een vertrek van 20 m² met een hoogte van 2,5 m (komt overeen met 50.000 l) komt dit overeen met een maximale gasconcentratie van 0,5 volume-%, wat ruim onder een schadelijke hoeveelheid is.
Zorgt de inzet van luchtstenen en een sterke stroming ervoor dat de plantenvoedingstof CO2 uit het water gedreven wordt?
Bij beluchting en/ of sterke stroming vormt zich een gasbalans tussen de omgevingslucht en het water. Hierdoor ontstaat in het water ook een bijbehorend, maar zeer gering, CO2 gehalte die door beluchting niet te wijzigen is. Dit betreft ECHTER een heel gering CO2 gehalte dat voor de meeste aquariumplanten veel te laag is om gezond te kunnen groeien. Om deze reden is de aquariumliefhebber aangewezen op een additionele CO2 toevoer door een CO2 bemestingsinstallatie. Het hierdoor bereikte, hogere CO2 gehalte wordt door beluchting en sterke stroming gereduceerd of, zoals in aquaristische taal genoemd, uitgedreven. Om deze reden dienen goed beplante aquariums alleen 's nachts, indien nodig, belucht te worden.